Hugo & Geesje into Sri Lanka again and India

Weer een volle werkweek

Maandag 11 feb – Vrijdag 15 feb

Op zondag einde middag brengt de taxi van de plantage ons terug naar huis. En ja… Dushanti staat ons al op te wachten. Ze heeft een surprise. We krijgen een nieuwe kamer. En er volgt een serie verontschuldigingen en ook de vermelding dat ze nog nooit een echtpaar als vrijwilligers hadden gehad. Ze heeft al onze spullen verplaatst naar de nieuwe kamer. En ja….. het ziet er beter uit. We hebben nu elk een eigen 1 persoons bed, de bedden zijn langer (Hugo’s voeten bungelen er nog steeds buiten, maar dit is prima te doen volgens Hugo) en er is echt meer ruimte. We ruimen onze spullen in de kasten, maken het netjes en we zijn echt blij. Hoe snel je je grenzen verlegt; thuis in Nederland zouden we het een armoedige bedoening vinden, hier zijn we er blij mee.

Maar voor we gaan slapen…na het diner vraagt de oudste zoon Dulina of Hugo naar zijn laptop wil kijken, want deze is zo traag. En er volgt een leuke avond waarbij beide zoons allerlei dingen van Hugo willen weten. Hugo herstelt de laptop, hetgeen wel even tijd in beslag neemt en hij zorgt dat alles weer geupdated is. En ja Dulina is blij met de snellere laptop. En de liefde voor films wordt gedeeld. Leuke avond en we hebben het gevoel dat we iets terug hebben kunnen doen.

En dan slapen, deze eerste nacht in de andere kamer is het inderdaad minder warm, we slapen in 28 graden. En dan weer op naar de nieuwe werkweek. Hieronder weer elk ons eigen verhaal met de ervaringen van deze week.


Werken op school

Maandagmorgen naar school, het gaat een werkweek van vijf dagen worden. Als de eerste groep studenten binnen is, slaat bij mij de verbazing toe. De ene groep krijgt een bezem en de andere een schoonmaakdoekje en je ziet het aankomen, de studenten moeten zelf het klaslokaal schoonmaken. Nou, je kan je voorstellen hoe dat gaat met kinderen van rond de 14 jaar. Er wordt verder gedurende het eerste lesblok van 40 minuten ook geen les meer gegeven. De studenten gaan weg en de leraren gaan weer achter hun bureau zitten. Ik denk, niks zeggen dat doen ze hier al jaren zo.

De volgende les gaat over programmeren en flow-diagrammen, vandaag behandelen ze het ‘repeat until’ commando. Leuk om te zien en de studenten zijn erg geïnteresseerd.

Onze Field Manager van Projects Abroad komt langs. Hij wil even kletsen en stelt voor om in de kantine een kop thee te gaan drinken. Aardige man, hij is helemaal begaan met het Tissa College waar hijzelf ook gestudeerd heeft.

Ik zie dat een van de computers een virus heeft, het is een van de vorige groep computers dus van 2005, ze staan nog als een soort reserve in het lokaal. Er staat nog Windows XP en Office 2007 op en er blijken uiteindelijk 9 verschillende bedreigingen op te zitten. Kortom, er zit niet veel anders op dan XP opnieuw installeren, maar ja hoe ging dat ook maar weer. Nostalgie. Maar het lukt, dan blijken er twee schijven in te zitten en de netwerkpoort is stuk en er zitten twee CD spelers in die ook raar doen. Tja en dan is het prutsen en vindingrijk zijn. Maar uiteindelijk lukt het.

Ik heb een gesprek met het hoofd van het IT Center. We overleggen over welke zaken eerst moeten. Ik durf het aan en vraag nog een keer naar haar naam. Ik schrijf het maar gelijk mee, Dimuthulatha, tja een mooie naam maar voor ons maar moeilijk in het gebruik.

Op een bureau in de hoek van het lokaal onder een stapel papieren vind ik een laptop. Een Asus van een jaar oud met Windows 10 en Office 365. Ik val van de stoel van verbazing en vraag aan het hoofd hoe ze eraan komt. Gekregen van een ‘weldoener’ er zit ook een grote sticker onderop met zijn naam. Probleem is alleen dat hij voor een jaar de licentiekosten voor Office had betaald. Dus Office geeft aan dat het eerst geactiveerd moet worden. Dus kan het hoofd er niets meer mee. Zo zie je waar iets, zo goed bedoeld, toe kan leiden.

Bij ons gastgezin is het prima, ze zijn erg aardig, het eten is prima en de man Udaya ontpopt zich als een soort Transportation Manager en regelt dat er elke morgen om 7:30 een TukTuk voor de deur staat. Elke morgen dezelfde man. En elke morgen heeft deze man geen wisselgeld. Hij verdwijnt dan even in een shop om daarna terug te komen met het wisselgeld. Op een morgen zit zelfs zijn vrouw in de TukTuk. Zij moest ook die kant op. Ze vraagt gelijk ‘religion’ en ‘children’, als ik dan zeg dat ik geen van beide heb vind ze dat maar gek. Oh zegt ze ‘catholic’ nee zeg ik dan ‘nothing’, nou dat snapt ze niet. Het gebeurt zelfs op donderdag dat we 100 meter voor de school Prrrrr… benzine op. Dus ik moet het laatste stuk maar gaan lopen, morgen afrekenen. Hele aardige TukTuk chauffeur, hij doet zelfs zijn best om mij elke morgen wat woorden Singalees bij te brengen, maar ik ben een slechte leerling. Hij is er heilig van overtuigd dat zijn kinderen een ‘gift of God’ zijn.

Er is de hele week een bijzondere bedrijvigheid in het IT Center, allerlei vreemde mensen lopen in en uit. Ik vraag het hoofd op vrijdag wat er gaande is, er komt een nieuwe programma voor de registratie van alle studenten. Alle gegevens moeten daarvoor ingevoerd worden en het programma moet ingericht worden vandaar de bedrijvigheid.

Af en toe is het aanpassen van de computers wel een uitdaging, ik ben software nodig en het lukt me niet die te vinden, dus log ik vanaf Sri Lanka in op mijn computer thuis. Daar download ik de software, zet het in de ‘cloud’ en download het dan weer op school. Maar ook dat lukt niet altijd, dus vraag ik Joop Idema om software in de ‘cloud’ te zetten zodat ik het op kan halen. Een mooie samenwerking.

In het weekend nog maar even proberen bij een computerwinkel om nog wat extra spullen te kopen. Woensdag ben ik pas weer op school en dan zijn er nog maar drie dagen beschikbaar, het wordt nog aanpoten, maar het is geweldig leuk om te doen. Ik kan ze echt helpen en dat geeft een goed gevoel.


Werken in het ziekenhuis

Deze maandagmorgen praat ik met See over mijn bevindingen en mogelijke verbeteringen. Grootste uitdaging is.... het verminderen van de toestroom van patiënten naar het ziekenhuis (plus minder medicijn gebruik) en zorgen dat de apotheek tijd k rijgt voor het geven van betere voorlichting aan de patiënten over medicijn gebruik en effecten van medicijnen. In essentie…hoe zorg je dat gratis gezondheidzorg alleen gebruikt wordt door de mensen die het daadwerkelijk nodig hebben. Eigenlijk zou het moeten beginnen bij de dokters, zodat ze minder voor gaan schrijven, maar ja…. de dokter is hier een autoriteit, apothekers hebben weinig in te brengen bij hen. Dus dan is het gericht op het bewuster maken van de patiënten zelf. Daar is capaciteit en tijd voor nodig. Dat zou te regelen zijn door intern een aantal processen wat efficiënter te gaan doen. Ze is blij met hoe ik er naar kijk en wat ik aan mogelijkheden zie. Het is niet veel anders dan hoe zij er zelf naar kijkt. Wat ik nog extra kan leveren is hoe ze hun computersysteem beter in kunnen zetten, waardoor het ook efficiënter gaat. Mooi… maar hoe dan verder. Wat kan ik dan doen in 2 weken tijd.. in een land waar elke kleine verandering niet alleen langs de chief pharmacist moet, maar ook langs de directeur van het ziekenhuis en vervolgens langs de verantwoordelijke voor gezondheidzorg binnen de overheid. Ik weet dat ik het niet op de westerse manier moet benaderen, dat dit soort dingen hier anders gaan… maar ik heb geen idee hoe dat dan moet.

En net op dat moment komt de chief pharmacist binnen. Hoe toevallig is dat. Of niet. Want om negen uur heb ik een afspraak met iemand van de staff van Projects Abroad. Maar blijkbaar is dat een afspraak waar hij bij moet/wil zijn. Ook See is er bij. De chief is iets opener naar mij dan de eerste keer. Vraagt me naar mijn bevindingen. Ik probeer op een voorzichtige en bescheiden manier uit te leggen wat ik denk dat ze kunnen doen om van een productie-apotheek te groeien naar een apotheek die tevens zorgt voor een gematigd en goed medicijn gebruik. Hij luistert, maar geen idee of hij er iets mee wil en an. De mevrouw van Projects Abroad is inmiddels ook aangeschoven. Er volgt weer een lange discussie tussen See, de chief en deze dame. Ik kan er niets van verstaan, maar begrijp wel zoveel dat het gaat over wat ik voorstel. Resultaat van dit alles: Of ik een rapport wil schrijven met mijn voorstellen, ik mag daarvoor nog wat onderzoek doen naar hun computersysteem en verder mag ik alleen helpen met het tellen van pillen (de voorraad zakjes maken). Of ik nog kan helpen met zalfjes maken vraag ik. Er komt niet echt een duidelijk antwoord. Verder gaat Projects Abroad kijken of ze op hun medical camps (in de dorpen) ook informatie kunnen geven over medicijnen. Als dit allemaal gebeurt en er daadwerkelijk een eerste kleine stap van verandering op gang komt, dan kan ik alleen maar heel erg blij zijn. Maar eerlijk gezegd is er ook iets in mij dat zegt….. ze doen helemaal niks, ze willen (muv See) alleen maar dat ik tevreden naar Nederland terug ga, en daarna gaan ze verder zoals ze gewend waren. Nou ja… ik heb het in ieder geval geprobeerd.

Ik ga deze ochtend nog een uurtje pillen tellen. 1 uurtje is meer dan genoeg. Ik zit met mijn teiltje weer naast dezelfde jonge vrouw als vrijdag. Ze is zwanger. Ze zit hier dus elke dag pillen te tellen, samen met nog 2 vrouwen. En dan is dit nog maar 1 clinic dispensary (uitgifte op een polikliniek), er zijn er nog een aantal waar dit net zo gaat. Dat is niet te bevatten. Een telmachine is hard nodig hier. Ik had vanmorgen al aan de chief gevraagd…. Waarom hebben jullie geen telmachine….antwoord….. de overheid heeft het niet goed gekeurd… te duur. En wat kost dat dan…..als ik het goed begrijp 1500 euro. Tja… dat is voor Nederlandse begrippen zakelijk gezien weinig. Ik zou het deze afdelingen zo gunnen, zodat er meer tijd komt voor het doen waar ze werkelijk voor zijn: hun kennis over medicijnen inzetten. Maar ik zou het ook deze lieve vrouwen gunnen….dat hun werkdagen niet bestaan uit het volgooien van teiltjes met pillen en dan maar tellen.

En er gebeurt nog iets bijzonders vandaag. Vanochtend toen ik aan kwam lopen bij de drugstore was daar opnieuw de jonge vader met een dochtertje van ik schat 4 jaar. Ik had ze vrijdag ook al ontmoet. Ze zijn kennissen van See. Het meisje is ziek en komt voor allerlei onderzoek. Zowel vrijdag als vandaag probeer ik beetje met haar te praten en beetje contact en plezier te maken. In de loop van de morgen kwam ze ineens de ruimte van See binnen, gaat heel snel op de grond vlak bij mijn voeten, stond snel weer op en verdween. Ik dacht dat ze iets van de grond ging oprapen. Maar nee, See legt me uit “that girl just gives you her blessings”. Ze maken dan een Namaste gebaar, raken je voeten aan en staan weer op. Ik was ontroerd, zo’n klein meisje.

Deze week staan er twee speciale dagen op het programma van Projects Abroad voor de vrijwillgers van het medische team. Woensdag moeten we op 14.00 uurin Colombo zijn. Hugo, Johanna en ik gaan samen. Hugo zit niet in dit medische team, maar gaat wel mee, omdat we aansluitend iets gezamenlijks doen met alle vrijwilligers. Neem maar de trein, zegt Jayani (een mevrouw van Projects Abroad), dat is een leuke reis en duurt maar half uurtje. Het eerste is waar, het tweede is wellicht haar wensgedachte maar verre van de realiteit. Maar ala. Op het station is moeilijk te begrijpen wanneer er welke trein vertrekt,…we kopen kaartje (echt nog het oude knipkaartje zoals vroeger bij ons), er komt een trein en op de vraag…gaat die naar Colombo…knikt men wat en we stappen maar op. Waar ik het de eerste paar dagen nog wel spannend vond om in al die drukte op tijd bussen te vinden etc. om ergens op tijd te komen, lijkt het wel alsof het Sri Lankese ritme nu al beetje in ons zit. Ik denk…huppeketee, in de trein, is het de verkeerde…nou dan zien we wel weer, komen we te laat…ook niet erg….want dat doen velen hier. Er is 2e en 3e klas. De trein is vol, we moeten eerst even tijdje staan. Deuren en ramen open, en zo staan en zitten we tussen Sri Lankese mensen te kijken naar hetgeen aan ons voorbij suist. Het is een mooie reis. We zien mooie natuur, gaan grotendeels langs de zee, zien de armoedige huisjes die zo goed als op het strand staan, en langzaam overgaan in de stad Colombo waar gebouwd wordt aan enorme wolkenkrabbers. Het contrast kan bijna niet groter.

De treinreis duurt 1:40 uur. Dan staan we aan de verkeerde kant van Colombo, nog 20 min met een tuktuk. En dan staan we in het kantoor van Projects Abroad. Nog niet zo’n verkeerd kantoor voor Sri Lankese begrippen. Wanneer alle vrijwilligers van het medische team zijn gearriveerd.… aan het werk. Er komen grote witte A2 papieren, stiften, wasco, kleurpotloden tevoorschijn. Ik dacht…. Wat nu?? We moeten het “awareness program” over hygiëne voor kinderen van 5 en 6 jaar voorbereiden. Dat moet gaan over tandenpoetsen, handen wassen, etc. Ik mag plaatjes tekenen over goede en slechte voeding…hmmmm….banaan lukt wel, ananas ook nog wel…maar hoe teken ik rijst…

Einde middag is het wekelijkse social event van alle vrijwilligers (education en health). Vorige week hadden we ons afgemeld. Dat hoeft voor ons niet zo. Maar nu is het aansluitend aan dit werk, dus gaan we mee. Midden in de stad gaan we koken en eten bij een van de gastgezinnen. Met 25 vrijwilligers zitten we buiten op een heel kleine open stukje ruimte tussen iets dat lijkt op 3-hoog-flats. Het eten is prima, het contact met andere vrijwilligers ook, maar het is zoooo warm. Er is daar geen zuchtje wind, het water loopt ons aan alle kanten van het lichaam. Blij dat het klaar is en we naar huis kunnen. We kiezen voor een soort van Uber taxi, anderhalf uur later thuis. We zijn moe, warm, wat zijn we blij met onze koude douche.

En dan donderdag, het hygiëne awareness program voor de pre-school (kindjes van 5 en 6), dichtbij Hugo’s school. Weer een heel andere ervaring…. Het is een mooi schooltje, twee ruimtes in een keurige tuin bij een mooi woonhuis. Het ziet er goed verzorgd en kleurrijk uit. Ongeveer 40 kindjes, keurig in hun uniformpjes, heel bedeesd en ze doen wat er gezegd wordt. De gekleurde rugzakjes staan buiten en gekleurde waterflesjes hangen buiten aan de muur. We zijn met acht vrijwilligers en drie mensen van Projects Abroad. Om beurten gaan we vertellen over hygiene. Maar omdat deze kinderen geen Engels verstaan, doen de PA mensen daarna het nog dunnetjes over. Ik vind het mooi om een moment te mogen meekijken op deze school. Maar of dit awareness program nou een toegevoegde waarde heeft, daar heb ik grote vraagtekens bij. Er zijn geen vrijwilligers voor nodig om dit aan de kinderen te vertellen en ook geen Projects Abroad, sterker nog…dat kunnen die leraressen ook wel zelf. Zo langzaamaan krijgen we wel een beeld van Projects Abroad….

Gedurende de week heb ik mijn rapport geschreven en vrijdag stuur ik mijn concept naar See. Ik dacht… ik ga nog een uurtje helpen pillen tellen. En niet te geloven, het is rustig daar. Deze vrijdag komt de drukte in de middag zegt Gang, de vrouw die hoofdapotheker is van deze afdeling. Tot nu toe hebben de apothekers van die afdeling niet zoveel met me gepraat, ze waren druk en ook nog wat afzijdig. Maar blijkbaar ontdooit dat allemaal. Ik wil zo graag met je praten zegt ze. Vertel me hoe een apotheek bij jullie werkt, en hoe ziet dat eruit. Ook zij zegt…. Ja…er moet hier bij ons nog heel veel verandert worden. Ik heb ook mijn man over jou vertelt zegt ze ….hij heeft een eigen apotheek (omdat alle gezondheidzorg van de overheid is, zijn er alleen maar apotheken in de ziekenhuizen, alle andere vormen van klinieken en apotheken zijn dan prive). Hij wil ook graag met je praten. Ik word uitgenodigd om bij hun te komen kijken. Leuk!! Van pillen tellen is het niet meer gekomen….maar ik ga tevreden naar huis…. Spullen inpakken ….we hebben namelijk een lang weekend vrij. Dinsdag is het19 Februari – Navam Full Moon Poya Day (maandelijks boeddhistische feestdag, wanneer er volle maan is) en maandag hebben we vrij. We gaan deze keer naar een groot toeristen hotel aan zee. Uitrusten en verfrissen van een enerverende week.

Maar nog kort iets over ons thuis

We zijn dus blij met onze grotere kamer, maar het is blijkbaar zo warm in deze periode dat we opnieuw s nachts in 32 graden slapen. Johanna vraagt of de ventilator van beneden s nachts op haar kamer kan. Ook zij heeft last van de warmte.

We krijgen meer en meer te zien hoe ons gastgezin leeft. En jazeker, het is een heel andere cultuur. In een van de vorige verslagen had ik al verteld over het koken en douchen buiten. Een van onze vrienden, Auk die zelf in Indonesie heeft gewoond, berichtte ons daarna dat dat normaal is in deze landen. Goed te weten, dus blijkbaar hoort dit zo. Dushanti lijkt bijna niet buitenshuis te komen, wat ze wel doet (naast koken en heel veel bellen) weten we niet zo goed. Ze is geen poetser, ik kan rustig zeggen dat het vuil en vies is in huis (behalve onze badkamer die wordt netjes schoongehouden). Overal ligt troep, muren zijn vies, deuren en kozijnen stuk, kasten staan boordevol rommel, drie stoelen liggen standaard vol met was, buiten staan oude fornuizen, de koelkast binnen is echt vies, en we kijken al niet raar meer op als de hond speelt met een rondlopende kakkerlak.

Buiten staat een auto die stuk is en waar op de achterruit een groot plakkaat is geplakt met een grote foto en wat tekst in Signalees. Het lijkt een jonge versie van de broer van Dushanti, die altijd bij hun in huis rondloopt. Hij zit in de politiek, dus ik dacht.. zal wel een oud affiche zijn van een verkiezing. Als ik er naar vraag, blijkt het toch een heel ander verhaal te zijn. Het is een jongere broer die een jaar geleden met deze auto is verongelukt. Sinds die tijd zegt Dushanti, rijd ik nier meer in een auto. En ja zo heeft ieder gezin haar verhaal. Hoe anders ze ook leven, ze zijn enorm aardig en zorgen goed voor ons. Deze week kreeg Hugo een sari van hen cadeau (soort grote rok voor mannen) en ik een rok. En we gaan samen, Udaya, Dushanti, Johanna en ik, naar een sari winkel. Dit is de enige keer dat we Dushanti hebben gezien als ze naar buiten gaat, ze had zich zelfs een beetje opgemaakt. Ook nu zorgt ze voor ons. Ik koop een sari (de jurk waar bijna alle vrouwen hier dagelijks in gekleed zijn) voor een lokale prijs, wat zonder haar niet mogelijk was geweest voor een blank iemand. En later thuis poseren Hugo en ik in de tuin in onze Sri Lankese kleding.

De nacht van donderdag op vrijdag is de fan in onze slaapkamer ermee gestopt. Das niet fijn. Als we hem weer aanzetten geeft het een enorm lawaai, alsof er metalen platen over elkaar schuren. S morgens melden we het. We zeggen…. We zijn vier dagen weg, dus er is alle tijd om het te herstellen. We gaan er vanuit dat dat gebeurt, we gaan het zien als we dinsdagavond weer thuiskomen. Dat horen jullie dan de volgende keer weer

Fotos en filmpjes volgen later vandaag nog.

Liefs Hugo en Geesje




Reacties

Reacties

Diny

Wat kun je veel beleven in een ander land met ander gewoontes
Maar fijn dat jullie het naar jullie zin hebben en genieten
Succes volgende week Hugo en Geesje

Germo

Je kunt een boom niet uit de grond kijken.
Je kunt alleen het zaadje planten en er op vertrouwen dat die op het juiste moment wortel schiet.

Fantastisch wat jullie doen. Geniet van alle ervaringen

Auk

Gewortelde gewoonten, gebruiken en systemen verander je niet zo maar. Zeker niet binnen een tijdsbestek van een maand. Daar is meer voor nodig.
Wat rest, en daarmee ben ik het eens met jullie opmerking, “maar het is geweldig leuk om te doen. Ik kan ze echt helpen en dat geeft een goed gevoel”.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!